Nederlands: Kokerbijl van brons uit de late Bronstijd, gevonden in Tiel. De bijl is zwaar uitgevoerd, heeft een relatief dikke wand en mond. Hij heeft een gepronoceerde kokermond waarop een D-vormig oor aansluit. De kokermond wordt gemarkeerd door drie horizontale ringen, daaronder zijn aan beide zijden twee D-vormige "imitatievleugels" te zien, die elkaar met de bolle zijdes net niet raken. De bijl had een holte waardoor hij aan een kromme steel kon worden geschoven en zo met iedere klap vaster kwam te zitten. Een leren veter aan het mee gegoten oogje borgde de kop aan de steel.

Het blad van de bijl is a-symetrisch. Door het a-symetrische blad en de zware uitvoering zal de bijl gebruikt zijn bij zware werkzaamheden als het kappen van (dikke) bomen, e.d.. Bijlen van dit type worden aangeduid als producten van de “Hunze-Eems industrie” uit de late bronstijd. Zij zijn met name uit Noordoost-Nederland en het aangrenzende Duitsland bekend, en er zijn redenen om te veronderstellen dat ze daar ook geproduceerd zijn.

Afmetingen: hoogte 12.9 cm.